Geschiedenis
In vroeghistorische tijden werd het gebied van het tegenwoordige Europees Rusland bewoond door een groot aantal verschillende volkeren. In het noordelijke bosgebied woonden Fins-Oegrische volkeren, in het zuidelijkere bosgebied vermengd met Baltische stammen. In de zuidelijke steppes woonden Iraanse ruitervolken als de Scythen, Sarmaten en Alanen, later de Hunnen en verscheidene Turkse volkeren zoals de Chazaren.
De Slavische stammen concentreerden zich aanvankelijk in een gebied rondom de Pripjatmoerassen en zwermden van daaruit alle richtingen uit.
De Slaven waren polytheïstisch en hadden hun eigen goden. Ze waren een volk van voornamelijk landbouwers. In de steppen in het zuiden waagden zij zich liever niet: dat was het territorium van nomadische volkeren als de Scythen en de Hunnen die van tijd tot tijd invallen deden in noordelijker gebieden. Gaandeweg ontstonden er contacten en handelsbetrekkingen met de Griekse koloniën op de Krim en later met de Romeinse en Byzantijnse rijken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb